Hoe ziet een Sociaal Verhaal er uit?

Vraag

 
Ik wil meer weten over Sociale Verhalen of ik wil er zelf graag één schrijven. Hoe doe ik dat?

Kenmerken

Algemene kenmerken

Titel
Ik bedenk een korte titel die het onderwerp duidelijk omschrijft. Ik schets bijvoorbeeld kort de vraagstelling van het artikel, "Vertellen over mijn autisme, hoe doe ik dat?"
Drie-delige structuur
Ik deel mijn Sociale Verhaal op in drie delen:
  1. In mijn introductie schets ik kort de situatie van het publiek ("Ik ben autistisch en heb besloten om anderen over mijn autisme te vertellen.") en stel ik vervolgens een concrete vraag ("Hoe doe ik dat? Hoe organiseer ik mijn coming aut?").
  2. In de kern geef ik kort, maar krachtig antwoord op de vraagstelling van mijn verhaal.
  3. De conclusie gebruik ik om de belangrijkste richtingaanwijzers uit mijn verhaal kort samen te vatten en nog eens te herhalen. Ook geef ik kort iets van persoonlijke beleving mee.
Ik-perspectief
Ik schrijf mijn verhaal in het perspectief van de eerste persoon. Dit betekent dat ik gebruik maak van "ik-zinnen", zoals "Ik blijf rustig", en niet van "jij-zinnen", zoals "je blijft rustig" of "blijf rustig".
Tegenwoordige tijd
Ik schrijf mijn verhaal in de tegenwoordige tijd. Ik schrijf bijvoorbeeld "Ik blijft rustig" in plaats van "ik bleef rustig" of "ik zal rustig blijven".
Positieve taal
Het taalgebruik van mijn verhaal is positief. Dit houdt in dat mijn verhaal beschrijft wat ik wel doe in plaats van wat ik niet doe. Het beschrijft bijvoorbeeld "Ik blijf rustig" in plaats van "Ik ga niet flippen".
Vijf soorten zinnen
Ik bouw mijn verhaal op uit verschillende zinnen, waarvan vijf soorten zinnen de belangrijkste zijn:
  1. In objectieve zinnnen beschrijf ik een situatie ("als groep gaan we regelmatig samen zitten om wat te eten of te drinken")
  2. in subjectieve zinnen beschrijf ik het innerlijk van mensen ("misschien had ze haar dag niet")
  3. In richtinggevende zinnen beschrijf ik helpend gedrag ("ik blijf rustig") of suggesties voor verschillende opties ("misschien kan ik mijn moeder om hulp vragen, of mijn begeleider")
  4. In verklarende zinnen leg ik uit waarom bepaald gedrag helpend is ("door mijn autisme merk ik mijn lichamelijke behoeften minder goed op")
  5. In situationele zinnen gebruik ik de als-dan structuur ("als ik het even niet meer weet, dan...").

Meer specifiek voor autisten

Concreet taalgebruik
In Sociale Verhalen voor autistische mensen probeer ik zo concreet mogelijk te schrijven. Dat betekent dat wat ik schrijf accuraat is, zelfs als de toegevoegde betekenis die sociaal inzicht met zich meebrengt weggelaten wordt. Als de zin een andere betekenis krijgt dan ik bedoel, wanneer iemand de zin precies zo begrijpt als het er staat, is het geen autismevriendelijke zin. Daarom probeer ik verborgen betekenissen zoveel mogelijk expliciet te maken. Dit geldt niet voor figuurlijk taalgebruik. Bij metaforen en vergelijkingen geeft het niet als de betekenis veranderd door de zin letterlijk te nemen.
Relatief taalgebruik
Een specifieke vorm van concreet taalgebruik is relatief taalgebruik. Ik gebruik zo veel mogelijk relatief taalgebruik, door absolute uitspraken zoveel mogelijk te vermijden. Ik schrijf niet dat iets "altijd" zo is, dat iets "zeker" zo is, of dat "iedereen" zo is wanneer het niet accuraat is om dat zo te zeggen. In plaats daarvan gebruik ik meer relatief woordgebruik, zoals "het begint meestal om ongeveer acht uur, maar het kan ook later worden", "veel mensen vinden het leuk om...".

Achtergrond

Waarom het "ik"-perspectief?

1Ik stuur mezelf aan
Door te zeggen wat "ik" doe, stuur ik mezelf aan, in plaats van dat een ander mij vertelt wat ik moet doen, en mensen zijn sneller geneigd om instructies van zichzelf op te volgen dan die van anderen.
2Ik reflecteer op mezelf
Het ik-perspecief zet me ertoe aan om na te denken hoe "ik" het doe. Daarmee bevordert het mijn zelfreflectie: Hoe doe of zie "ik" het? Doe of zie "ik" het echt zo? Alleen als ik het zelf ook echt zo doe, kan het ook goed advies zijn voor anderen.
3Ik vertolk mijn eigen stem
Het ik-perspectief gebruiken is schrijven vanuit de betreffende persoon, niet over de betreffende persoon. Schrijven vanuit het ik-perspectief verandert de stem van de tekst. Bepaalde dingen die de stem van een ander misschien wel over mij zouden zeggen zou ik met mijn eigen stem niet zo zeggen. Het gebruiken van het ik-perspectief helpt daarom met de vraag: heb ik recht gedaan aan de stem die ik meen te vertegenwoordigen of leg ik iemand vreemde woorden in de mond?

Waarom positief taalgebruik?

1Positieve taal is stimulerend
Door positieve taal te gebruiken voorkom ik een negatieve toon, waarin steeds benadrukt wordt wat niet goed is. Dat is niet stimulerend. Positieve taal is dat wel.
2Positieve taal is duidelijk
Door positieve taal te gebruiken ben duidelijk. Het negatieve taalgebruik is vaak ook onduidelijk taalgebruik, omdat de gewenste richting niet aangewezen wordt. Wat doe ik als ik "niet links" ga? Ga ik dan rechts? Rechtdoor? Terug? Blijf ik stil staan? Ga ik zitten?
3Positieve taal is zelfbekrachtigend
Wanneer "ik" zeg dat ik het niet kan, kan ik het ook niet. Wanneer "ik" iets positiefs over mezelf zeg, geloof ik ook dat het zo. Daarom doet het ertoe wat "ik" zeg. Daarom is het belangrijk dat wat "ik" over mezelf zeg positief is.

Besluit

 
Ik schrijf een Sociaal Verhaal. Doordat ik het "ik"-perspectief gebruik bevorder ik zelfreflectie en zorg ik dat ik recht doen aan de stem die ik vertegenwoordig. Ik ben duidelijk en zelfbekrachtigend door positieve taal te gebruiken.
 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *