Autisme is een neurologische stoornis
Bleuler was er altijd van overtuigd dat schizofrenie een aangeboren stoornis in de hersenen was, die geërfd kon worden. Van autisme had hij, als aanverwante stoornis, zeker hetzelfde geloofd.
Autisme is een spectrum
In tegenstelling tot zijn voorganger (Emil Kraepelin) zag Bleuler geen eenduidige grens tussen een gezonde en een zieke geest. Hij nam bij mensen gedrag waar dat wel aan een psychische stoornis deed denken, maar niet ziekelijk genoemd kon worden. Hij zag schizofrenie als bestaande uit een groep van stoornissen, een soort van "schizofrenie spectrum". Autisme had hij, als aanverwante stoornis, mogelijk in hetzelfde spectrum geplaatst, of als een vergelijkbaar spectrum gezien.
Autisme bestaat uit primaire en secundaire symptomen
Bleuler vond het belangrijk om in het begrip van psychische stoornissen onderscheid te makken tussen de primaire en de secundaire symptomen. Het was zijn doel om, tussen het soms verwarende aantal symptomen dat beschreven werd, die symptomen te ontdekken die in elke patiënt aanwezig waren en dus beschouwd konden worden als de grondsymptomen, waar de andere symptomen op voortgebouwd werden. Het ontwikkelen van de secundaire symptomen beschouwde hij als normale, helpende psychologische en fysieke reacties.
Autisme is een split tussen hoofd en lichaam
Bleuler koos voor de term schizofrenie, wat komt van het Griekse
schizo (split) en phrene (geest), omdat hij de kern van de stoornis zag als een split in de psychische functies van de "associatie" (het hoofd) en de "affectie" (het lichaam). Hans Asperger herkent dezelfde split in autisme.
Autistische gedrag is een verdedingsmechanisme
Bleuler zag 'autisme' (terugtrekking uit het affectieve contact) niet als grondstoornis van schizofrenie, maar als secundair verdegingsmechanisme. Terugtrekking ontstaat als verdediging tegen affectieve (emotionele en wat we nu sensorische zouden noemen) overbelasting, die wordt veroorzaakt door hypersensitiviteit.