Cognitieve therapie

Cognitieve therapie is de meest gebruikte behandeling voor angst- en stemmingsstoornissen bij volwassenen, waar ook het meeste wetenschappelijke bewijs voor is. Centraal staat het verband tussen gedachten, gevoelens en gedragingen.

Belang

 
Cognitieve therapie is de meest gebruikte behandeling voor volwassenen met een cognitieve depressie, waarbij negatieve gedachten op de voorgrond staan. Vaak wordt in het aanbod van zorgverleners gesproken van 'cognitieve gedragstherapie', omdat technieken uit beide therapieën vaak tegelijk gebruikt worden. Dat geldt echter netzo goed voor andere therapieën. Bovendien bemoeilijkt dit het vergelijken van de effectiviteit. Centraal in de cognitieve therapie staat het idee dat onplezierige gevoelens en vermijdend gedrag het gevolg zijn van negatieve gedachten.
 

Autismepaspoort

 
Naam theorie Cognitieve therapie
Auteur Aaron Beck
Beroep Volwassenenpsychiater
Instelling Beck Institute
Nationaliteit Amerika
 

Kenmerken

1
Bij cognitieve therapie maakt de therapeut gebruik van technieken die je helpen om negatieve gedachten om te zetten naar nieuwe, meer realistische gedachten. Door op een nieuwe manier naar dezelfde situatie te kijken voel je je beter.
2
Cognitieve therapie wordt vooral gebruikt voor mensen die last hebben van depressie als gevolg van negatieve gedachten. Om te meten in welke mate je last hebt van depressie wordt gebruikt van de Beck Depression Inventory. Deze vragenlijst vul je aan het begin van de behandeling en op verschillende latere momenten in om je voortgang te meten.
3
Je therapeut legt uit wat het verband is tussen je gedachten, je emoties en je gedrag. Om je te helpen om daar over na te denken is het G-schema ontwikkeld, waarbij de G staat voor gebeurtenis, gedachte, gevoel en gedrag.
4
Je krijgt als huiswerk om te letten op veranderingen in je stemming. Steeds wanneer je merkt dat je stemming verslechtert probeer je te bedenken wat er gebeurde, wat je dacht en hoe je toen voelde.
5
Nadat je een automatische gedachte hebt ontdekt, leer je om deze gedachten te onderzoeken. Dit doe je door een lijstje met bewijs voor en bewijs tegen de waarheid van de gedachte op te noemen. Daarna vorm je een nieuwe, meer realistische gedachte, die zowel op de argumenten voor als op de argumenten tegen is gebaseerd. Die nieuwe gedachte geeft je een beter gevoel of zet je er ertoe aan om de situatie beter aan te pakken.
6
Met je therapeut bespreek je de g-schema's die je gemaakt hebt. De therapie heeft geholpen wanneer je steeds vaker automatisch G-schema's 'in je hoofd' maakt of vanzelf even een schema opschrijft op het moment dat je bij jezelf opmerkt dat er een gedachte is die je gevoel of gedrag negatief beïnvloed.

Ontwikkeling

  • 1976Beck

    In het boek Cognitive Therapy and Emotional Disorders introduceert de Amerikaanse psychiater Aaron Beck een cognitieve benadering van psychotherapie die zich richt op bewustwording en verandering van terugkerende, automatische negatieve gedachten. Beck was opgeleid als psychoanalyticus en zou zijn behandeling "cognitieve analyse" genoemd hebben als hij niet afgewezen was door de psychoanalytische vereniging in Amerika, die vond dat zijn ideeën te veel afweken van die van Freud.
  • 1997Hare

    De Britse klinisch psycholoog Dougal Hare beschrijft een gevalstudie van een 26-jarige man met Asperger Syndroom. De man had werk en vrienden, maar geen relatie. Hij sprak weinig en had last van angst in sociale situaties. Hij had last van een ernstige depressie en van frustratie en woede, waarop hij reageerde door veel te drinken of zichzelf in de arm te snijden. Na 15 wekelijkse en later tweewekelijkse sessies verminderde zijn BDI-score van 29 naar 13. Hij vertoonde een toename in het uiten van zijn gevoel en communiceren met anderen, maar zijn sociale angst verminderd niet.
  • 2004 Cardaciotto & Herbert

    Twee Amerikaanse psychologen beschrijven een gevalstudie van een 26-jarige man met Asperger syndroom. De man voelde zich hopeloos en lusteloos, omdat hij geen vrienden had. Hij wou graag vrienden maken en daten, maar vermeed het starten van een gesprek met onbekenden, omdat hij angst werd als hij met andere mensen sprak. Na 14 wekelijke sessies cognitieve therapie vertoonde de man vermindering van depressieve stemming en vermijdend gedrag. Zijn angst nam echter niet af. Door het toegenomen sociale contact had hij juist vaker last van angst.
  • 2006Anderson & Morris

    In een artikel over cognitieve therapie voor volwassenen met Asperger syndroom concluderen de Britse psychologen Stephen Anderson en Jane Morris dat het vooralsnog niet mogelijk is om op wetenschappelijk bewijs gebaseerde conclusies te trekken over de effectiviteit van cognitieve therapie voor volwassenen met autisme.
  • 2010Schuurman

    In het boek Cognitieve gedragstherapie bij autisme beschrijft de Nederlandse psycholoog Caroline Schuurman een groepstherapie voor volwassenen met autisme, bestaande uit 13 sessies van 90 minuten waarin onder anderen aandacht is voor het g-schema, positieve en negatieve gedachten, disfunctionele gedachten en piekeren.
  • 2010Weiss & Lunsky

    In een gevalstudie van cognitieve groepstherapie voor 3 volwassenen met een late Asperger syndroom diagnose concluderen Canadese psychologen dat de de groep het voordeel geeft van sociale steun, maar dat dit effect wegvalt na het beëindigen van de behandeling.
  • 2013Russell e.a.

    In een Britse studie wordt het effectiviteit van cognitieve therapie bij volwassenen met Asperger syndroom en een dwangstoornis vergeleken met de effectiviteit van angstmanagement (AM). Meer deelnemers uit de AM groep (39% versus 13%) vragen na een maand om overplaatsing naar de andere groep, wat erop duidt dat AM door hen als minder helpend werd ervaren. De 8 deelnemers die overstappen naar de cognitieve therapie groep vertonen daarna significante vooruitgang, terwijl de deelnemers die overstappen naar de AM groep geen verbetering vertonen. Meer deelnemers uit de cognitieve therapie groep (11 versus 5) vertonen een significante verbetering of reageren anderszins goed op de therapie (45% versus 20%).
  • 2014Spain e.a. / Weston e.a.

    Britse psychologen publiceren een review en nog een review van de bovenstaande studies naar cognitieve therapie bij volwassenen met autisme en bijkomende psychische stoornissen. De tweede review concludeert dat cognitieve therapie een klein tot middelmatig effect heeft bij mensen met autisme.
  • 2014Sizoo & Kuipers

    In een vergelijkende studie naar de effectiviteit van mindfulness training en de groepstherapie van Schuurman (2010) vinden Nederlandse psychologen dat beide behandelingen even effectief zijn. Wel leidt de cognitieve therapie tot een toename in plaats van een afname van irrationele gedachten. Ook heeft de behandeling een negatief effect op de angstigheid van deelnemers met een hoge mate van irrationele gedachten. De auteurs verklaren dit effect doordat mensen autisme vasthouden aan hun eigen gedachten om de wereld om hen heen te begrijpen, dat cognitieve therapie deze gedachten uitdaagt en dat dit angst vergroot in plaats van verminderd. Dit suggereert dat cognitieve therapie niet de beste keuze is bij autisme en angstklachten.

Auteur

Aaron Beck (1921) is een Amerikaanse psychiater en psychoanalist, die in de jaren '60 een cognitieve benadering van psychotherapie ontwikkelde als methode voor het behandelen van depressie. Beck bedacht ook de Beck Depression Inventory (BDI), wat wereldwijd het meest gebruikte instrument is voor het meten van de ernst van depressieve klachten.

Ervaringen van autisten

Ik heb cognitieve therapie gevolgd, maar het heeft niet echt geholpen om mij stemming en sociale interactie te verbeteren. Het omzetten van de absolute gedachte "ik zal altijd alleen blijven" naar de realistische gedachte "het is waarschijnlijk dat ik altijd alleen zal blijven" hielp mij niet echt. Ik heb meer gehad aan ACT, waarin je leert om te accepteren wat je niet kunt veranderen.
Cognitieve therapie heeft mij uit een ernstige depressie geholpen, maar de onderliggende problemen gaan er niet mee weg.
Mijn therapeut negeerde mijn feitelijke sociale situatie en legde het probleem volledig bij mijn negatieve gedachten. Daardoor ging ik me er alleen maar slechter door voelen.
Een voordeel van cognitieve therapie is dat het het heel analytisch is en dat past goed bij autisme. Je kijkt naar de feiten en werkt systematisch van gedachten naar gevoelens en gedrag.

Betekenis voor autismevriendelijk Nederland

 
In autismevriendelijk Nederland wordt cognitieve therapie toegepast voor volwassenen met autisme, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar de vraag welke problemen en klachten kortdurende cognitieve therapie wel en niet kan verminderen. Aangezien de methode ontwikkeld is voor depressieve klachten, is dit ook bij autisme de meest relevante stoornis. Cognitieve therapie kan bepaalde klachten echter ook verergeren. Ook kan het onderliggende problemen als trauma, sociale isolatie en persoonlijkheidsstoornissen niet oplossen. Daarvoor kunnen andere en meer langdurige behandelingen noodzakelijk zijn.
 

Links

Cognitieve therapie
Beck Institute, Website

Comments are closed.